Hoe kijken we aan tegen dieren (houden) aan beide kanten van het hek? De discussie over het gebruik van het landschap is verhit. Filosoof Martin Drenthen ontrafelt de argumenten van zowel boeren als natuurbeschermers en zet ze in een ethisch kader, zodat de discussie in ieder geval helder gevoerd kan worden.
Het stormt in het Nederlandse landschap. De maatschappij is verzeild geraakt in een verhitte discussie over de manier waarop we ons andschap moeten gebruiken, en hoe we het landschap delen met andere soorten. De actuele discussie over de wijze waarop wij in Nederland ons voedsel produceren, wordt gevoed door de stikstofdiscussie en bijvoorbeeld de komst van de wolf. Het produceren van voedsel is een gerechtvaardigd doel, maar waar ligt dan de grens?
De verschillende posities in het debat over natuur versus veehouderij worden ondersteund vanuit verschillende morele opvattingen en ethische theorieën. Wat is belangrijker? Het actief waarborgen van het welzijn van onze fauna of moeten we de natuur zoveel mogelijk met rust laten? De Nederlandse boeren mengen zich fel in het debat, met een eigen pakket aan ethische overwegingen die deels overlappen met, maar deels ook tegengesteld zijn aan die van de natuurbeschermers.
Martin Drenthen ontrafelt van beide partijen de argumenten en plaatst deze in een ethisch kader, zodat de discussie met alle voors en tegens in ieder geval helder gevoerd kan worden.
Martin Drenthen (1966) werkt als universitair hoofddocent filosofie aan het Institute for Science in Society van de faculteit natuurwetenschappen van de Radboud Universiteit in Nijmegen. Als toonaangevende milieufilosoof is hij gespecialiseerd in de relatie tussen mens en natuur. In het Nederlands publiceerde hij eerder Grenzen aan wildheid, over de betekenis van het werk van Nietzsche voor de milieuethiek, en meer recent Natuur in mensenland (KNNV, 2018). Hij is natuurliefhebber en fervent wandelaar.
Hek. De ethiek van de grens tussen boerenland en natuurgebied | Noordboek | 9789056156107 | € 14,90