De Pont vertoont dit najaar Dreamlife (2020), de eerste grote filmproductie van de Nederlandse kunstenaar Melvin Moti. De film ging in januari van dit jaar in première op het Nederlands filmfestival in Rotterdam, maar wordt nu voor het eerst vertoond in museale setting in relatie tot een selectie uit Moti’s oeuvre. Naast Dreamlife zijn enkele vroege films te zien, foto’s – onder meer van de slapende surrealist Robert Desnos die in de droom een sleutel zag naar het onderbewuste – en kunstenaarsboeken. De tentoonstelling maakt duidelijk hoe verschillende ideeën die in de film naar voren komen, al in diverse vormen in Moti’s oeuvre verankerd zijn.
[Foto: Filmstill uit Dreamlife (2020) van Melvin Moti.]
Moti is vooral bekend van korte, vaak abstracte en verstilde films, waarin hij wetenschappelijke en bovennatuurlijke fenomenen verbindt met historische verhalen en ideeën over kunst: gelaagde vertellingen waarmee hij vat probeert te krijgen op immateriële zaken als tijd en ruimte om onze waarneming in een breder perspectief te plaatsen. Die fascinaties komen ook terug in Dreamlife.
Moti baseerde Dreamlife op het waargebeurde verhaal van de Franse wetenschapper Michel Siffre, die zich in 1972 zes maanden terugtrok in een onderaardse grot. Afgesloten van de buitenwereld, verstoken van tijd en van het licht dat dag en nacht van elkaar scheidt, deed Siffre onderzoek naar het menselijke bioritme. Ook de hoofdpersoon in Dreamlife, Emile, daalt af in een grot en stelt in zijn ondergrondse kamp alles in het werk om verslag te doen en grip te houden op zijn waarneming en psychische gesteldheid. Hij sport, stopt zijn urine in testbuisjes en seint levenstekens naar zijn assistenten boven de grond. Maar de extreme situatie eist zijn tol. Wanneer hij langzaam ten prooi valt aan hallucinaties, lijkt de grens tussen droom en werkelijkheid te vertroebelen en tuimelt hij samen met de kijker als een soort Alice in wonderland in een mysterieus zwart gat. En dan heeft Moti ons waar hij ons hebben wil. Op een geraffineerde manier lardeert hij het verhaal met verschillende ideeën over lichaam en geest en de paniek die optreedt wanneer die van elkaar losraken. Waar zit ons bewustzijn, hoe heeft onze persoonlijkheid zich gevormd? Hoe vrij zijn we eigenlijk en weten we wel zeker dat ons leven niet één grote droom is?
In een duizelingwekkend relaas van negentig minuten volgen we hoe de hoofdpersoon Emile in volledige isolatie elk besef van tijd verliest. Ondertussen neemt Moti ons mee in een alsmaar beklemmender wordende diepte. Dat zijn film dit jaar in première ging, vlak voor het moment waarop we zelf door de lockdown de gevolgen van isolatie hebben ervaren, is een bizar toeval.
Onderbewuste
Moti wordt al langer door het onderbewuste gefascineerd. Zo is in de tentoonstelling het grafische werk E.S.P. (Birds) uit 2007 te zien met afbeeldingen van vinken die tijdens hun slaap hun zang repeteren en dus geen verschil lijken te kennen tussen waken en dromen. Daarnaast presenteert Moti de pendant E.S.P. (K.O. Mortel), ook uit 2007, een foto van de bokswedstrijd tussen Sugar Ray Robinson en Jimmy Doyle, die door Robinson meerdere malen was afgezegd nadat hij had gedroomd dat hij zijn tegenstander doodsloeg. Toen de match uiteindelijk toch plaatsvond, kwam de droom uit. In een huiveringwekkende foto uit 1947 toont Moti ons de fatale slag, waarin we Doyle op de rug zien, verbleekt door het harde flitslicht, als een geestverschijning nog voor is vastgesteld dat hij de klap niet had overleefd.
In De Pont zullen behalve Dreamlife, nog twee 35mm films van Moti te zien zijn: The Prisoners Cinema uit 2008 en Eigenlicht (The inner self in outer space) uit 2012.
Psychoanalytici wezen er recent op dat er tijdens de lockdown heftiger werd gedroomd. Het ontbreken van een uitlaatklep blijkt ons brein te stimuleren. Dat blijkt ook uit het feit dat mensen die langdurig in het donker zitten (zoals sommige gevangenen) lichtvlekken waarnemen: het brein wordt hyperactief. Moti’s film The Prisoner’s Cinema (2008) over dit neurowetenschappelijke fenomeen, vormde jaren geleden al de aanleiding voor Dreamlife.
Over Melvin Moti
Melvin Moti (Rotterdam, 1977) studeerde aan de Academie voor Beeldende Vorming in Tilburg. Hij vervolgde zijn studie in Amsterdam bij De Ateliers (1999-2001). In 2006 kreeg hij de Charlotte Köhler Prijs en in 2015 ontving hij de ABN AMRO Kunstprijs. De jury noemde Moti ‘een van de meest eigenzinnige en talentvolle Nederlandse kunstenaars van zijn generatie’. Eerder had Moti solotentoonstellingen in het Stedelijk Museum Bureau Amsterdam (2005), Wiels, Brussel (2010), het Mori Art Museum, Tokyo (2014), Center for Contemporary Art, Vilnius (2014), EMPAC, New York (2014) en in het Museum Art Sonje, Seoul (2017). Melvin Moti nam ook deel aan de 16e Biënnale van Istanbul The Seventh Continent (2019) en aan de centrale groepstentoonstelling The Encyclopedic Palace van de 55e Biënnale van Venetië (2013).
Melvin Moti – DREAMLIFE
19 sept – 10 januari 2021
Meer info: depont.nl