We leven in rare (beurs)tijden. Terwijl we allemaal ons best doen om zo “normaal” mogelijk ons dagelijks leven weer op te pakken, moet het grootste deel van de economische schade, die door de gevolgen van het virus is aangericht, nog komen. Op een enkeling na had niemand verwacht dat de coronacrisis zo zwaar zou worden en zulke gevolgen voor de beurzen zou hebben. Het waren doldwaze dagen die een eigen hoofdstuk in de beursgeschiedenis zullen krijgen.
Door Martine Hafkamp
Er zat wel een correctie aan te komen – ongeacht de virusuitbraak – omdat de beurzen rond de jaarwisseling tekenen van euforie begonnen te vertonen. Beleggers werden steeds optimistischer; er kwamen opvallend veel nieuwe beleggers naar de beurs en analisten verwachtten nauwelijks een dip. Allemaal tekenen dat het sentiment wat al te positief begon te worden. Het wachten was op een gebeurtenis waar niemand op rekende. Nou, die kwam. Maar een daling van 36 procent in vier weken kon moeilijk voorspeld worden. Dat was betrekkelijk nieuw.
Doordat overheden het ene na het andere steunpakket hebben gelanceerd en centrale banken op grote schaal obligaties hebben opgekocht om de gevolgen van de coronacrisis op te vangen en burgers en bedrijven te ondersteunen, draagt uiteindelijk iedereen de kosten van de coronacrisis, misschien wel vooral voor de sociaal zwakkeren. Als overal bedrijven mensen moeten ontslaan, neemt de werkloosheid toe. De gepensioneerden zullen ook een veer moeten laten; pensioenen moeten wellicht gekort worden. Banken worden eveneens hard geraakt, doordat zij allerlei leningen in de boeken hebben van ondernemingen die het loodje zullen leggen. En, als velen hun baan kwijtraken, gekort worden op hun pensioen en nog meer vrezen voor moeilijke tijden, is het niet zo vreemd dat het uitgavenpatroon inzakt.
In de economie die er nu aan zit te komen, is er waarschijnlijk even niet zo heel veel plaats voor allerlei franje. De aandacht gaat vooral uit naar essentiële zaken. Alles wat echt nodig is én blijft zal uiteindelijk herstellen en doorgaan. Het is nu nog maar de vraag welke niet-essentiële onderdelen van de economie weer in oude glorie zullen herstellen.
Deze crisis heeft namelijk niet alleen economische, maar ook psychologische gevolgen. De autoriteiten hebben tijd gekocht om de eerste klappen op te vangen. Pas wanneer de consument weer vertrouwen krijgt in de toekomst en weer gaat besteden zoals voor de crisis, is er serieus economisch herstel mogelijk. Hoe lang zal het duren voordat alle werknemers die hun werk zijn kwijtgeraakt of nog zullen verliezen weer een baan hebben? En zullen de vele 65-plussers, goed voor zo’n 20 procent van alle uitgaven, ooit weer terugkeren naar hun “normale” bestedingspatroon? Gaan ze weer net als voorheen reizen en restaurants bezoeken? De voorspellingen zijn nu dat het toerisme dit jaar wereldwijd met 60 procent zal dalen; als er een tweede golf komt, zelfs met 80 procent. En wat te denken van de musea? Het is allemaal maar zeer de vraag. Wordt het leven überhaupt weer als vroeger?
Het is overigens niet gezegd dat het bestedingspatroon als geheel zal dalen, maar het zal in ieder geval veranderen van samenstelling. De digitalisering van de samenleving, een proces dat al jaren gaande was, is in een stroomversnelling gekomen. Online winkelen, maaltijden laten bezorgen, Netflixen, online gamen, thuiswerken, videovergaderen en minder onnodige reizen maken, het zou wel eens blijvend kunnen blijken te zijn. Volgens de bestuurders van de grote technologiebedrijven in de wereld heeft de digitale ontwikkeling door de crisis een versnelling doorgemaakt. Er wordt meer data verstuurd dan ooit en al die data moet ergens worden opgeslagen. Wat normaal minimaal twee jaar in beslag zou hebben genomen, gebeurde nu in twee weken.
Eén ding lijkt in ieder geval helder voor beleggers: de samenstelling van een beleggingsportefeuille doet er werkelijk toe. De beurs is niet meer dan een gemiddelde. Aandelen moeten niet te snel als een eenduidige beleggingscategorie worden gezien, want onder de oppervlakte zijn de verschillen groot. Beleggers kunnen het beste afscheid nemen van aandelen van bedrijven met een (te) hoge schuldenlast. Alleen bedrijven met een sterke balans, weinig schulden, een sterke concurrentiepositie en het vermogen om meer cash te genereren hebben een serieuze kans om goed door deze crisis te komen.
Daarbij dienen beleggers ook zorgvuldig de sectoren te selecteren waarin ze willen beleggen. De verschillen tussen de diverse sectoren zijn enorm en er zijn telkens andere winnaars. Het heeft geen zin om in te zetten op één enkele sector, omdat er ieder moment weer een draai kan plaatsvinden in de markt. Er vindt, zoals altijd in tijden van crisis, een grootschalige creatieve destructie plaats. Oude businessmodellen verdwijnen en maken plaats voor nieuwe. Het zou zomaar eens kunnen dat pas wanneer de fall-out van deze crisis volledig is verwerkt, er grootse kansen liggen voor beleggers op gebieden die de toekomst gaan bepalen. Dat kan misschien nog wel een paar jaar duren, maar toch. Vergeet de oude economie. Ja, persoonlijke verzorgingsproducten, verzekeringsproducten etc. zullen er altijd blijven. Maar waar zijn de marges het hoogst? Daar waar de innovatie het grootst is.
Het is voor beleggers daarom zaak om over de recessie heen te kijken naar het daaropvolgende herstel. Laat kansloze sectoren en aandelen zo veel mogelijk links liggen, dan ben je al een heel eind. Misschien kun je het het beste vergelijken met een spelletje golf. Bij golfen sla je je bal ongetwijfeld wel eens in een bunker. Als je daarin staat om je bal te slaan, zie je de hole niet, maar je weet wel in welke richting je hem moet slaan, namelijk naar de hole. Je moet je dus niet alleen laten leiden door die kortetermijnafwijking, maar ervoor zorgen dat je op schema ligt voor je langetermijndoelstellingen.
Focus je op ondernemingen die sterker uit deze crisis kunnen komen of er zelfs van kunnen profiteren. Als je denkt dat een onderneming aantrekkelijk is en blijft, is het niet verstandig je te laten leiden door allerlei idiote marktbewegingen. Loop niet achter de meute aan en gooi niet bij de minste of geringste tegenslag je persoonlijke beleggingsplan overboord.
Stap niet iedere keer in of uit. Je kunt de markt niet timen. Tussentijdse fluctuaties horen nu eenmaal bij beleggen. Als je gaat beleggen, weet je dat er een beurscrash kan komen. Je weet van tevoren alleen nooit wanneer en waarom die zal plaatsvinden, of hoelang hij zal duren. Dit jaar bleek wederom dat uitstappen met het doel om later, op een “gunstiger” tijdstip weer in te stappen, uiteindelijk duurder is dan “gewoon” de daling mee te maken. De kans is immers groot dat de koersen in die gewenste “betere” tijden flink hoger zijn dan het niveau waarop je er afscheid van hebt genomen. Je bent een belegger en geen handelaar.
Zij die kalm blijven, het lange termijnperspectief voor ogen houden en blijven zitten, blijken telkens weer de winnaar. Na iedere dip volgt altijd weer een herstel. Vierhonderd jaar beurs hebben ons geleerd dat het altijd weer goed komt, als je maar tijd van (beleggings)leven hebt.
Naast onze nieuwe columnist over vermogensbeheer is Drs.
Martine Hafkamp RBA oprichter, eigenaar en algemeen directeur
van Fintessa Vermogensbeheer in Baarn, een van de grotere zelfstandige
en onafhankelijke vermogensbeheerders van Nederland.
Martine is als vermogensbeheerder en beursanalist onder andere
te horen en te zien bij BNR, Business Class, DFT TV, NPO Radio 1
en RTLZ. Martine is Senior Vermogensbeheerder en als Register
Beleggingsanalist opgenomen in het register van de CFA Society
VBA Netherlands. Zij is meervoudig winnaar van de Gouden
Stier, de Oscar van de financiële wereld.