In de valleien en bergen van deze Noord-Italiaanse regio Trentino zorgen de fruitbomen en vele bloemen deze lente weer voor een kleurrijk schouwspel. Trek je wandelschoenen aan en ontdek de gulden boterbloemen van Baldo, de appelboomgaarden van Val di Non en de wilde orchideeën van Val di Fiemme.
Wandeling langs de boerderijen en bloemen van Monte Baldo
Aan de oostoever van het prachtige Gardameer ligt de indrukwekkende Monte Baldo. Omdat er op de hellingen meer dan 600 soorten planten en bloemen groeien, stond dit bergmassief in de middeleeuwen bekend als Hortus Italiae – de tuin van Italië. De vier routes van de wandeling langs de boerderijen en bloemen van Monte Baldo zijn perfect voor wie graag een wat langere wandeling maakt. Op deze duurzame routes op grote hoogte ontdek je de verschillende kleurrijke bloemsoorten die dit berggebied karakteriseren. De meest spectaculaire bloemweiden kun je bewonderen tijdens een wandeling van de Graziani berghut richting Malga Campo, Bocca Paltrane en ten slotte de Malga Campei in Val Paròl. Tijdens deze wandeling kom je langs uitgestrekte velden met gulden boterbloemen. Onderweg rust je in de gezellige berghutten uit met een kopje heerlijke cappuccino of ijskoud biertje.
De bloemenzee van Val di Non
Met de komst van de lente verandert de natuur razendsnel: de Val di Non, de vallei van de appels, verandert eind april in een paar dagen van een groene vlakte in een helderwitte en zachtroze bloemenzee. In de buurt van Cles, de hoofdstad van de vallei, loopt een drie kilometer lange wandelroute door de appelboomgaarden die voor iedereen geschikt is. Je hebt tijdens de wandeling een prachtig uitzicht over het meer van Santa Giustina en je loopt naar het majestueuze kasteel Cles, dat bovenop een heuvel ligt. Ook kom je langs het pittoreske gehucht Maiano. Vanuit het kerkje dat aan Sint Peter en Sint Paul gewijd is, heb je een schitterend uitzicht over de vallei. Terug in het centrum van Cles kun je op de Via Romana het Palazzo Assessorile met prachtige fresco’s bezoeken.
Vanille en chocolade in Val di Fiemme
Bij Passo Lavazè in Val di Fiemme, op de grens tussen Trentino en Alto Adige, kun je in het voorjaar wilde, geurende orchideeën bewonderen. Al wandelend snuif je de geur van vanille en chocolade op, die van de Nigritella Rubra en de Nigritella Nigra afkomt. Maar er groeien hier nog veel meer prachtige bloemen en planten. Op de Corno Bianco bloeit in juni bloeit bijvoorbeeld de Rododendron irsuto, met zijn karakteristieke harige bladeren. De Drosera intermedia, een tentakelachtige vleesetende plant, groeit op 1780 meter hoogte in de veenmoerassen van de Altopiano di Lavazé. Tijdens de wandeling van Passo di Lavazè naar de top van Pala Santa verken je deze prachtige, kleurrijke omgeving. Je loopt van de hoogvlakte van Lavazè naar het sparren- en dennenbos dat helemaal doorloopt tot aan Tombole. Vanaf de top heb je een schitterend uitzicht over de omliggende bergketens.
Voor meer informatie klik hier.