Het Mexicaanse schiereiland Yucatán staat garant voor een diverse ontdekkingsreis. De natuurpracht is alom aanwezig, met uitbundige jungle en kusten omzoomd door betoverende stranden. Het landschap is doorspekt met statige koloniale steden en imposante Maya-ruïnes. De sfeervolle klanken van mariachi-muzikanten worden afgewisseld met het gebrul van apen en het ruisen van de branding. Elke dag is een avontuur waarbij geschiedenis, cultuur en natuurlijke schoonheid samensmelten tot een onvergetelijke ervaring .
tekst Liselotte Graaf | fotografie 333travel
‘Bij Palancar Reef was het snorkelen geweldig en even verderop wandelden we bij Punta Sur door het groen’
Bruisende badplaats Playa del Carmen
Onze reis begon met een korte rit van Cancún naar Playa del Carmen, waar we heerlijk een paar dagen konden acclimatiseren. Deze strandbestemming was het perfecte startpunt van onze reis, waarbij we uiteraard struinden door de beroemde winkelstraat Quinta Avenida, ’s avonds gezellige plekjes opzochten om te eten en overdag lekker dobberden in het helderblauwe zeewater. We hadden een extra nacht geboekt in ons hotel, zodat we ook een kijkje konden nemen op het eiland Cozumel. De boottocht met de ferry was niet lang, maar het Caribische windje gaf zo’n gevoel van ontspanning dat we direct al blij waren met ons plan. Eenmaal aangekomen huurden we een scooter en gingen op verkenning. Bij Palancar Reef was het snorkelen geweldig en even verderop wandelden we bij Punta Sur door het groen.
Hip Tulum met Maya-tempels aan zee
Na een korte rit bereikten we Tulum, bekend vanwege de iconische Maya-tempels die prijken langs de kust. We hadden gehoord dat we de tempels vroeg in de ochtend moesten bezoeken, dus toen we aankwamen bij ons hotel besloten we een fiets te huren en de buurt van het hotel te verkennen. We reden langs boetiekwinkeltjes en leuke terrasjes en ontdekten zelfs een cenote in de buurt van ons hotel. Het is maar goed dat we onze zwemspullen hadden meegenomen, want we konden een snelle dip in het koele water niet weerstaan. Vervolgens zetten we koers richting het strand van Playa Paraíso, dat inderdaad idyllisch was, met zacht wit zand dat werd geflankeerd door grote palmbomen. Vroeg uit de veren de volgende dag: we stonden om 08.00 uur bij de ingang van het archeologisch park. Hoewel we niet de enigen waren, was dit een goed besluit geweest. We slenterden over de paadjes langs de prachtige Maya-tempels, heel fotogeniek met de zee op de achtergrond.
Mérida, de stad van de Mexicanen
Toen was het tijd om cultuur te snuiven en we staken het schiereiland over naar Mérida, de hoofdstad van Yucatán. In het hart van de stad rijzen statige koloniale gebouwen op rond het centrale plein Plaza Grande, dat omringd wordt door prachtige bomen waaronder lokale mensen heerlijk in de schaduw zaten op witte bankjes. In de zijstraten eromheen woont de lokale bevolking in kleurrijke huisjes die worden afgewisseld met kleine winkeltjes. ’s Avonds komen overal gezinnen bijeen om gezellig met elkaar te kletsen, muziek te luisteren en de duiven te voeren op het plein. We hadden een terrasje gevonden in een van de zijstraten en genoten van de sfeervolle drukte.
In de omgeving van Mérida ligt het plaatsje Celestún aan de Golf van Mexico, ook wel bekend als Flamingo City. Tijdens een ontzettend leuke excursie maakten we een boottochtje door het nationale park met mangrovebossen om de felroze vogels te spotten. Het gekwetter van de dieren was al snel te horen en we keken onze ogen uit, het waren er zoveel! We hebben ook lepelaars en pelikanen gezien, werkelijk fantastisch.
En toen was het zover: Chichén Itzá, de Maya-tempel die al zo lang op onze lijst stond om te bezoeken’
Chichén Itzá, de beroemdste Maya-stad ter wereld
En toen was het zover: de volgende stop was Chichén Itzá, de Maya-tempel die al zo lang op onze lijst stond om te bezoeken. We sliepen in een hotel vlakbij de ruïnes en daardoor konden we er ’s ochtends vroeg al zijn. Wat een enorm complex, we waren er erg van onder de indruk. Natuurlijk van de grote piramide Kulkulkan, maar vooral ook van de pilaren van voormalige zuilengalerijen, lange muren met schedels en jaguars erin gegraveerd en het offerbeeld Chac Mool. Het verleden kwam hier echt tot leven in onze verbeelding. Op slechts een paar minuten rijden van het complex ligt de beroemde Ik Kil-cenote. Na ons bezoek aan Chichén Itzá was het heerlijk verfrissend om daar te zwemmen. Drijvend in het heldere water bekeken we de groene lianen en boomwortels die de wanden van het zinkgat volledig bedekken.
Magisch eiland Isla Holbox
Als afsluiter bezochten we het Isla Holbox, dat met haar witte palmenstranden, rustige sfeer en kleurrijke huisjes echt paradijselijk was. Omdat er geen auto’s mogen rijden, huurden we een fiets, zodat we alle verschillende strandjes en verscholen plekjes konden ontdekken. Tijdens een boottochtje spotten we zelfs nog een klein groepje flamingo’s. Tussen het luieren door verkenden we al snorkelend de onderwaterwereld voor ons hotel en maakten heel ontspannen strandwandelingen in het zachte zand. Dit was een fantastische omgeving om na te genieten van alle bijzondere plekken die we tijdens de reis hadden gezien.