In de tentoonstelling ‘Menselijkheid en vrijheid’ staan de figuurstukken centraal die Henk Chabot (1894 – 1949) schilderde tijdens de Tweede Wereldoorlog. Staand op de dijk naast zijn woning en atelierschuur, zag Chabot op 14 mei 1940 de vuurgloed boven Rotterdam na het Duitse bombardement. Hij legde het tafereel later vast in het doek dat ‘Brand van Rotterdam’ zou gaan heten. Chabot maakte in de daaropvolgende oorlogsjaren meerdere landschappen, maar ook een indringende reeks figuurstukken vanoorlogsslachtoffers.
[Openingsbeeld: Brand van Rotterdam, 1940, 120 x 140 cm, olieverf op doek, Collectie Chabot Museum Rotterdam, landurig bruikleen gemeente Rotterdam]

Menselijkheid en vrijheid
De titel van de tentoonstelling is ontleend aan een brief die Chabot in 1945 schreef aan zijn vriend en collega-kunstenaar Peter Odijk (1889-1963), die hij had leren kennen op de Rotterdamse kunstacademie. Chabot spreekt in deze brief zijn bewondering uit voor Rembrandt en schrijft dat deze schilder ‘over duizend jaar’ nog modern zal zijn. Chabot noemt de ‘menselijkheid’ van Rembrandt en de ‘vrijheid’ die deze kunstenaar bezat, met wie hij zich verbonden voelde. Medemenselijkheid en verlangen naar vrijheid liggen namelijk ook ten grondslag aan de schilderijen die Chabot maakte van vluchtelingen, onderduikers en gevangenen tijdens de Tweede Wereldoorlog.Hij weigerde het lidmaatschap van de Kultuurkamer en bleef ondanks het daaropvolgende beroepsverbod schilderen in de atelierschuur achter zijn dijkwoning.


Essentie
Het ging Chabot om de essentie van de figuren die hij schilderde: ‘Het leven onder het oppervlak’. Met zijn schilderijen van vervolgden en vluchtelingen wilde hij de mens die lijdt onder oorlogen van alle tijden en plaatsen weergeven. Hij maakte daarbij gebruik van wat hij om zich heen zag en wat hij hoorde, maar het ging hem niet om specifieke situaties of personen. Chabot wilde dat zijn schilderijen tijdloos zouden zijn. Hij schilderde niet naar de werkelijkheid, maar uit het hoofd. Hij bedacht eerst de hele voorstelling, aan de hand van zijn verbeelding of herinneringen en indrukken uit hetdagelijks leven. Daarna begon hij pas met schilderen. Dat geldt ook voor de dramatische doeken in de tentoonstelling.
Henk Chabot
Henk Chabot woonde tijdens het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog aan de Rotte in Bergschenhoek, onder de rook van Rotterdam. Ten tijde van het bombardement op Rotterdam was hij al een bekende naam in de Nederlandse kunstwereld. Hij had geregeld exposities in de galerie van Carel van Lier in Amsterdam en verzamelaars als P. A. Regnault kochten werk van hem aan. Het belangrijkste thema voor Chabot was de mens. Tijdens de Tweede Wereldoorlog schilderde hij in het bijzonder de mensen dieleden onder vervolging en geweld, maar na de bevrijding werd het werk van Chabot lichter en vrolijker van kleur. In de periode vlak na de bevrijding gold Chabot als een van de belangrijke Nederlandse kunstenaars. Al snel echter kregen nieuwe bewegingen als Vrij Beelden en CoBrA de overhand. Chabot raakte meer op de achtergrond. Daar brengt het Chabot Museum met deze en eerdere tentoonstellingen inmiddels gelukkig verandering in.
Rembrandt als voorbeeld
De relatie tussen Rembrandt en Chabot wordt toegelicht aan de hand van visuele overeenkomsten zoals het clair-obscur, de behandeling van de ogen en handen en de monumentale composities. Deze monumentale composities. Deze thema’s komen aan bod binnen een chronologische opbouw. Onderzoek naar uitspraken van Chabot zelf over zijn oorlogsoeuvre vormt de basis van deze tentoonstelling. Dit onderzoek is gedaan door kunsthistoricus Simon Oosterhuis, mogelijk gemaakt met steun van de Vereniging Rembrandt. Uit het onderzoek is gebleken dat Chabot de slachtoffers van de bezetting op een tijdloze manier wilde weergeven. Hij vond hierbij inspiratie bij de schilderijen van Rembrandt, die hij vaak heeft bekeken in onder andere het Rijksmuseum.
Menselijkheid en vrijheid – Rembrandt als voorbeeld
t/m 29 juni
Chabot Museum
Museumpark 11,
Rotterdam
Info: chabotmuseum.nl